De Fundatiebrief van het Weeshuis
Met de Fundatiebrief werd op 12 oktober 1560 het Elisabeth Weeshuis opgericht als voortvloeisel van de erfenis van vrouwe Elisabeth van Culemborg. De brief, in feite een oprichtingsakte, werd getekend door de graaf van Culemborg, Floris I, en door Melchior van Culemborg, de laatste nog levende executeur testamentair van het testament van vrouwe Elisabeth. De originele brief, gisteren 455 jaar oud, ligt in het Regionaal Archief Rivierenland.
Op 16 december 1560 volgt nog een aanvulling op die brief (een Ampliatie) en verder nog een uitleg van artikel 18 van de fundatiebrief. De originelen van de Ampliatie en de nadere uitleg zijn verloren gegaan, maar onze naamgever, dominee A.W.K. Voet van Oudheusden heeft in zijn Historische Beschryvinge van Culemborg de volledige tekst opgenomen. Zijn boek, uit 1753, is digitaal beschikbaar op de website en deze teksten staan er vanaf bladzijde 530. U ziet, Voet is onontbeerlijk bij onderzoek naar de geschiedenis van Culemborg.
De Fundatiebrief is opnieuw hertaald, zodat hij beter te lezen is voor hedendaagse Nederlanders. Het College van Protectoren van de Stichting Elisabeth Weeshuis heeft gisteren, 455 jaar na dato, die hertaling uitgegeven in een prachtig boekwerk. Mooier nog, alle leden van Voet en alle Vrienden van het Elisabeth Weeshuis Museum krijgen dit boekwerk binnenkort in de brievenbus, cadeautje van die protectoren. U kunt dan zelf lezen welke huisregels toen golden. Dat bij het opstaan ’s ochtend ‘Vlooyen ende alle quade gewormte’ gezocht, gevangen en gedood moeten worden. Het boek is ontworpen door Hans Bassa, ook de ontwerper van onze Voetnoten. Over wat hij heeft bedacht en hoe het boek uiteindelijk is uitgevoerd zegt hij het volgende:
“De tekst was hertaald en voorzien van een heleboel witregels. Witregels die er niet zijn in het origineel, de met de hand geschreven Fundatiebrief, die vanaf de eerste regel uitgevuld (!) volgeschreven is tot het eind, streng als een notarisakte (dat is het feitelijk. red.). Al lezend kwam ik erachter dat deze tekst geen afbeeldingen nodig had, zeker niet in de vertaling zelf. Een strenge en formele tekst die er ook zo mag/moet uitzien. Bij elk nieuw ‘Item’ heb ik een zwart balkje toegevoegd om de lezer een kleine pauze te gunnen. Dit werkt ongeveer hetzelfde als een nieuwe alinea of een witregel.
De hertaling in de vorm van een boekje moest natuurlijk wel een omslag krijgen. In eerste instantie dacht ik aan een omslag in het formaat van de originele fundatiebrief. Omdat die bijna op A3-formaat is hebben we dat maar niet gedaan. Een kleiner formaat, maar nog wel flink groter dan het binnenwerk, dat werd het. Met een grote foto van weeskinderen, dat was al wel heel snel duidelijk. Tijdens het lezen blijven ze je aankijken. Een afbeelding van de Fundatiebrief zelf op de voorzijde lag natuurlijk voor de hand en ook de gravure van het weeshuis zelf op de achterzijde was zo gevonden. Als extra een blindpreeg (profiel, geperst in het papier van de omslag red.) die er voor zorgt dat de brief en de zegels er ‘op’ liggen en de afwerking met een cahiersteek maakt het helemaal af. Tijdens het proces werd ook duidelijk dat er naast een voorwoord nog een soort inleiding moest komen. Tijdens het maken daarvan werd nog een aardige ontdekking gedaan die is te lezen in de inleiding. Ook een verantwoording is later nog toegevoegd.”
Kortom, als u wilt weten waarom u toch minstens eens per twee of drie maanden uw voeten dient te wassen: lees de Fundatiebrief van het Elisabeth Weeshuis. Nog te koop in het Weeshuis en via penningmeester@voetvanoudheusden.nl